Het prachtige Bergherbos strekt zich uit op de stuwwal die 200.00 tot 150.00 jaar geleden door het noordelijke ijs, dat als gletsjers ons land bereikte, werd gevormd. Rond het Bergherbos dat ongeveer 1800 ha groot is – met het natuurgebied Eltenberg samen ± 2200 ha – hebben zich in de loop van de tijd de stad ’s-Heerenberg en de dorpen van Bergh neergevlijd. Daarom duiden tegenover elkaar liggend dorpen rond het bos elkaar vaak aan als ‘die aan de overkant van de bult’. Het bos was een zeer belangrijke factor in het leven van de Berghse inwoners. Het was eeuwenlang een productiebos. Het gekapte hout leverde veel geld op. Arme mensen sprokkelden hout voor de kachel, kwamen bosbessen plukken of lieten er hun vee grazen. Er werd op wild gejaagd door de edelen. Nog veel vroeger, in de middeleeuwen, werden er zogenaamde ijzerhoudende ‘klapperstenen’ gevonden waaruit ijzer werd gewonnen. Dat betekende flinke inkomsten voor het graafschap Hamaland in de 10e en 11e eeuw. Nu zijn de zogenaamde ‘sprungen’ (bronnen) nog overblijfselen van het ooit zo bronnenrijke bos.

Meer »

Het Bergherbos heeft een geheel eigen bewogen geschiedenis. Het was aanvankelijk een gebruiksbos dat geld opleverde. Pas in latere tijden werd de natuurwaarde ervan meer erkend. Het is een habitat voor vele bosdieren. Zo leven er das, ree, steenmarter, vleermuizen, hagedis en hazelwormen en wel 70 soorten vogels, waaronder roofvogels als wespendief, buizerd, havik, boomvalk en diverse uilen, naast de vele andere vogelsoorten.

Toen de landbouw in de 18e en 19e eeuw toenam waren bossen vaak een ‘sta in de weg’. Zo lag er tussen Beek en Didam een groot bosgebied waarvan het Waverlo een onderdeel was. Het liep tot aan Wehl door, maar is in de 19e eeuw grotendeels verdwenen door houtkap en later om plaats te maken voor boerenbedrijven.

Op dit moment ondergaat het Bergherbos een metamorfose. Van productiebos met voornamelijk naaldhout uit de eerste helft van de twintigste eeuw wordt het door de huidige eigenaar Natuurmonumenten omgevormd naar een natuurlijk bos met loofhout zoals eiken en beuken, zoals het oorspronkelijk was. Ook is de recreatieve functie veel belangrijker dan vroeger. Zo zijn er gemarkeerde paden en routes voor ruiters en mountainbikers. Maar ook met de huifkar met een paard ervoor kun je je heerlijk door het bos laten rijden, luisterend naar eeuwenoude verhalen.

Er zijn verschillende heuveltoppen waarvan de Hettenheuvel met 93,7 meter de hoogste is. Bovenop de heuvel Montferland tussen Zeddam en ’s-Heerenberg ligt een gigantische eeuwenoude motte, een archeologisch aardwerk, waarop hotel Het Montferland is gebouwd. Hier speelde zich in de 10e en 11e eeuw vermoedelijk de geschiedenis van Balderik en Adela af. Zie bij Kastelen > Motte Montferland

In de tijd dat de Hamalandse graven hier de dienst uitmaakten en eigenlijk al veel eerder vanaf de Romeinen is er ijzer gewonnen in de bossen van de Veluwe, de Utrechtse Heuvelrug en het Bergherbos. In het bos zijn nog de vele ijzerkuilen te zien waaruit de klapperstenen werden gedolven. Rond het bos stonden de veldovens waar het ijzer gesmolten werd. Dat zien we aan de vele slakkenhopen (afval bij het smeltproces) die rond het bos gevonden zijn, vooral aan de kant van Kilder, Wehl en Beek.

Op de Hulzenberg staat een uitkijktoren van waaruit je een schitterend en spectaculair uitzicht hebt op de wijde omgeving, met name het Duitse Rijndal met steden als Emmerik en Kleef.

Het Bergherbos wordt vaak in één adem genoemd met de Eltenberg dat tot hetzelfde bos en heuvelgebied behoort.

In het bosgebied bevinden zich meerdere bezienswaardigheden die te vinden zijn op deze actieve kaart.

Bronnen De Sprung en ’t Peeske

De Sprung (spreng, bron) en ’t Peeske (pascuum=weide) zijn waterbronnen in het Bergherbos. Een leemlaag op diepte onder het bos laat vrijwel geen water door. Dat wordt daardoor opgestuwd en komt op bepaalde plekken als bronnen aan de oppervlakte. Vroeger toen de waterstand veel hoger was dan nu waren er veel meer bronnen in en om het bos. De Sprung ligt in het bos iets ten noorden van de groene-grens-overgang tussen Stokkum en Elten.

’t Peeske is de naam van een paar bosmeertjes bij Beek bij het uitspanning ’t Peeske aan de Peeskesweg.

Loopgraven

Tijdens de Eerste Wereldoorlog brachten de Duitsers in 1916 en 1917 op verschillende plaatsen langs de grens verdedigingswerken aan. Nederland stelde zich destijds neutraal op. Door grondruil na WO II kwamen deze op Nederlands grondgebied te liggen. Vooral het stelsel van loopgraven uit die tijd is nog goed zichtbaar in het landschap.

Een deel van de loopgraaf is gereconstrueerd en toegankelijk gemaakt voor wandelaars.

Te noemen zijn verder nog de Toppenroute, waarbij Hettenheuvel de hoogst top is en de Kale Jacob het mooiste uitzicht richting de Veluwe biedt.

MEER INFORMATIE:

Hans Hegman

Hans Hegman

Conservator en initiatiefnemer Stadsmuseum Bergh

Cultuur en Historie
Trijntje Cillessen

De St. Vituskerk

Deze kerk bevindt zich op de prachtige Eltenberg op maar liefst 82 meter hoogte. De kerk behoorde oorspronkelijk tot het klooster welke in het jaar

Lees meer »